
De ogen van de kikker

Oog van de bruine kikker
Foto: Bart van Oijen
Kikkerogen zitten niet in oogkassen, zoals bij mensen. Om voldoende rond zich heen te kunnen kijken, zitten spieren rond de ogen die de ogen, afzonderlijk van elkaar, van voor naar achter kunnen doen bewegen waardoor ze een heel groot gezichtsveld krijgen. Het is daardoor bijna onmogelijk om een kikker ongezien te naderen.
Kikkerogen kunnen veel kleur zien en doordat ze een reflecterend laagje op het netvlies hebben zien ze zelfs goed in schemerlicht. Kikkers zien overigens alleen bewegende dingen, dat heeft niets met de ogen, maar met de signaalverwerking in de hersenen te maken.
De ogen van groene kikkers zitten meer aan de bovenkant van de kop. Zo kan de kikker in het water zitten en alleen de ogen en neus boven water houden.
De pupil van een kikkeroog is er in allerlei vormen: rond, vertikale streep, horizontale streep en hartvormig.
Kikkers kunnen hun oogleden niet sluiten maar de ogen hebben wel een half doorzichtig membraan (knipvlies). De kikker kan dit vlies sluiten zodat het oog beschermd is maar het dier nog wel kan zien. Het wordt onder water gebruikt zodat de ogen niet beschadigd raken.
De ogen van kikkers hebben verder nog een opmerkelijke functie: als een kikker zijn prooi doorslikt helpen de ogen hierbij. De kikker kan zijn ogen door een opening in het gehemelte de bek in laten zakken, hierdoor duwen de ogen het voedsel de slokdarm in.